El-Messaoudi wil in de raad bij GroenLinks

Portretfotos-AmersfoortKiest-Remko-Schotsman

Met vrolijke blik en reeds uitgestoken hand komt Youssef El-Messaoudi van de Groep El-Messaoudi op me aflopen. We ontmoeten en begroeten elkaar op het Neptunusplein in de wijk Kruiskamp, zíjn favoriete plek in Amersfoort. “Het grootste deel van mijn leven heeft zich hier afgespeeld. Ik ben hier opgegroeid en al is de Kruiskamp -vooral in het verleden- vaak erg negatief in het nieuws geweest, ik ben trots op mijn wijk, we zijn enorm vooruit gegaan.“

Youssef-El-Messaoudi-wil-in-raad-voor-GroenLinks

Youssef El-Messaoudi, foto: ©Remko Schotsman

Heilig vuur

We lopen een rondje over het plein. El-Messaoudi wijst naar een laag stenen muurtje aan de overkant van de Van Randwijcklaan. “Kijk, dat is mijn oude hangplek, daar zat ik vroeger met mijn vrienden.” Hij lacht, bijna verontschuldigend, “Geen crimineel gedoe of zo, gewoon, hangen in de buurt, praten en lachen, zoals je als jonge jongen in deze wijk deed.”

Nogmaals gebaart hij richting het muurtje, “Zie je die stalen strip met die pinnen erop? Die hebben ze erop geschroefd om ons weg te krijgen, geloof je dat?” In al mijn onnozelheid beken ik dat ik (ondanks de vreemde plek) dacht dat het anti-duivenstrip was… Weer een lach, maar nu toch iets ernstiger. “Dat is hoe men toen dacht dat men met jongeren moest omgaan, gelukkig is er veel verbeterd.”

De knuffel en de zweep

We nemen plaats op het terras van de Tippel-Inn, bestellen koffie en praten verder. El-Messaoudi, man van de straat, voelt zich zeer betrokken bij de jongerenproblematiek in de stad. “Daarom ben ik de politiek ingegaan. In eerste instantie dacht ik snel iets te kunnen regelen, maar politiek bedrijven is geen sprint, het is een duursport. Oké, kleine dingen, zoals mijn idee van de jongerenonderscheiding kun je vrij snel voor elkaar krijgen, maar het probleemjongerendossier is natuurlijk veel complexer.

Ik geloof sterk in een tweesporenbeleid, de ene keer de zweep erover en heel scherp een grens stellen, maar, de andere keer, ook al ligt dat niet heel erg in mijn eigen karakter, werkt een knuffel beter. Daar is nu onvoldoende evenwicht in. Bij de rellen in Koppel tijdens oud en nieuw bijvoorbeeld liep het ineens uit de hand en moest de burgemeester snel ingrijpen en dat heeft hij ook goed gedaan. Maar wat is er daarna gebeurd, wat heb je er daarna nog over gehoord? We hebben heel veel met elkaar óver de jongeren gepraat maar hebben we ook mét ze gepraat? Nee!”

Ik heb niets met politiek, helemaal niets. Ik heb iets met mensen!

Het vuur spat uit de donkere ogen van dit begeesterde raadslid. Een betere toekomst en betere kansen voor jongeren en zwakkeren in de samenleving; dat is zijn drijfveer. Heftig gesticulerend steekt El-Messaoudi zijn betoog af, duidelijk in zijn element en sprekend in sneltreinvaart. “Ik heb niets met politiek, helemaal niets. Ik heb iets met mensen! Bij die rellen zoals in Koppel heb je een paar raddraaiers, daar is die zweep voor, maar het grootste deel keek alleen maar toe. Er werden zelfs mensen uit een kroeg door de ME meegenomen, die hadden er helemaal niets mee te maken?!

Rolmodellen zijn belangrijk

Youssef-El-Messaoudi-wil-in-raad-voor-GroenLinks-staand

foto: ©Remko Schotsman

Die knuffel heeft ook echt een functie, je kunt jongeren redden voordat ze afglijden naar de criminaliteit. En als dat je lukt, dan zijn dát degenen die later het verschil maken, daar geloof ik heilig in. Natuurlijk kun je niet iedereen redden, maar begin eens met een dialoog, bij de eerste lijn; de jongerenwerker op huisbezoek. Of laat de politie eens serieus in gesprek gaan met die jongeren. Ken je Pep!, een Belgisch initiatief? Ze strijden tegen sociale ongelijkheid in het onderwijs en gebruiken rolmodellen om jongeren te inspireren een diploma te halen, ze laten zien dat er nog een andere weg is in het leven.

Ook in steden in Nederland, Utrecht bijvoorbeeld, zie je dat de ‘maatschappelijk geslaagde oudere broer’ als voorbeeldfiguur in de wijk met de jongeren praat. Dat werkt heel goed.

We moeten ophouden om over groepen te praten, het gaat om het individu in die groep. Burgemeester Bolsius zegt vaak: we doen al zoveel, maar blijkbaar doen we dan niet het goede.

We hebben geen extra onderzoeken meer nodig, we weten al lang wat werkt en wat niet, maar als je halfslachtig te werk gaat dan kun je net zo goed niets doen. Een grondige aanpak kost geld inderdaad, maar het is een investering die zijn rendement dubbel en dwars terugbetaalt.” Schouderophalend voegt hij nog toe: “Misschien had Kruiskamp wel de ‘mazzel’ dat het tot Vogelaarwijk werd bestempeld, er werd daarna erg veel geld in de wijk geïnvesteerd en kijk naar het resultaat, dat mag er zijn. De Koppel behoeft ook aandacht en heeft net zo veel recht op een gedegen verbeteringsplan.”

Bij GroenLinks in de raad of ik stop met de politiek

De woordenstorm luwt wat en de wenkbrauwen gaan weer iets omhoog als een bekende van El-Messaoudi van enthousiasme bijna rennend het terras op komt om hem -en uit beleefdheid mij ook- hartelijk de hand te schudden, een fenomeen dat zich daarna opmerkelijk vaak herhaalt. Mensen vragen hem of hij ze wil helpen, informeren naar de stand van zaken betreffende een zaak die hij in de raad heeft aangekaart of benaderen hem schuchter: “Bent u die meneer die…., zou u me misschien willen helpen met…?” Voor eenieder neemt hij de tijd en heeft hij een vriendelijk en/of geruststellend woord over.

Voormalig PvdA-fractieleider Fehti Killi omschreef El-Messaoudi na zijn breuk met die partij in het AD/AC als een ‘volksvertegenwoordiger die zorgt voor herkenbaarheid op straat.’ Hij noemde hem zelfs ‘het (PvdA-)rood op straat in een overwegend groen (D’66) en blauw (VVD) college.’ Dat rood is nu groen geworden.

Ik ben nog niet klaar en wil graag verder.

“In mei van dit jaar, mede naar aanleiding van mijn vraag om een vrijwilligersvergoeding voor de buurtvaders, ben ik uit de fractie van de PvdA gestapt en ben ik verder gegaan als de Groep El-Messaoudi. En dan ga je denken, hoe nu verder? Misschien haal ik bij de komende verkiezingen wel een zetel, maar -want dat is mijn uitgangspunt- wat schiet de stad daar mee op? Ik ben nog niet klaar en wil graag verder. GroenLinks ligt qua idealen dicht bij me en ik werk nu al vaak samen met ze, dus ik besloot me aan te melden voor de kandidatenlijst.

Eind november hoor ik meer over de kandidaatstelling. Als ik niet op de lijst kom, of als ik niet in de raad kom, dan stop ik met de politiek. Er zijn nog heel veel meer andere mogelijkheden om mijn bijdrage te leveren aan een betere samenleving. In een eenmansfractie zie ik op de lange termijn echt geen heil. Maar, met GroenLinks, een partij die waarschijnlijk gaat groeien denk ik invloed te kunnen hebben op een betere en eerlijker samenleving.”

Cieka is kristal

“GroenLinks heeft de afgelopen vier jaar o.a. bereikt dat de bezuinigingen van het rijk niet zijn doorberekend aan de armsten in de stad, én dat bijvoorbeeld de Voedselbank hulp heeft gekregen. Dat vind ik fantastisch! Als je ziet hoe zovele (vrijwilligers-)organisaties op het gebied van welzijn, groen en cultuur de afgelopen jaren -met die moeilijke financiële situatie- heel creatief met de gekorte budgetten zijn omgegaan dan vervult me dat met trots.

Het is echt niet eenvoudig om jaar na jaar op je tenen te moeten staan om het hoofd -nog maar net- boven water te houden, steeds weer de eindjes aan elkaar moeten te zien knopen en niet te weten of je morgen nog bestaat. Die veerkracht is echt indrukwekkend. Ook de Voedselbank heeft het niet gemakkelijk gehad. De drijvende kracht, Cieka Galenkamp, altijd strijdbaar, is met de adviezen die ze geeft aan haar cliënten én de signalen die ze naar de politiek stuurt goud voor de stad. Wat zeg ik? Kristal!”

Natuurlijk ben ik fel

Een laatste lach, een laatste woord. “Speerpunten in de zin van concrete programmapunten? Ach, in de politiek komen plannen vaak niet uit. Ik was, ben en zal altijd een voorvechter zijn van gelijke kansen. Ik geloof in het investeren in (probleem)-wijken, en -jongeren. Natuurlijk ben ik fel, het gáát ook ergens over! Toen er een bewaker werd ingehuurd om de hangjongeren bij de bibliotheek op het Eemplein weg te krijgen had dat geen enkel effect. Maar toen er iemand werd ingezet die de wereld van die jongens kende en met ze in gesprek ging was het probleem binnen een maand opgelost. Dat bedoel ik nou.”

Ik neem afscheid van El-Messaoudi, een bevlogen man. Het fotomoment houden we kort, er staan vijf mensen te wachten om even met hem te kunnen praten, dat lijkt me belangrijker.